Ze had verdomd veel goed geraden. Dat moest Leo eerlijk toegeven. “Je wilt altijd nog eens een boek schrijven.” Dat was waar. Het schoot alleen niet op met zijn boek. Hij had een mooie titel en enkele anekdotes over kleigrond. Daar bleef het bij.
Ook over zijn loopbaan had ze gelijk. Leo zou via een omweg zijn droom waarmaken. Dat gebeurde ook. Twee jaar geleden maakte Leo een bizar moeilijk CBR-examen. Bleek de toelatingstest voor de pilotenacademie te zijn. Nu kon Leo erg goed gokken. Net als zijn waarzegger.
Leo keek door het raam. De zon kwam op. Spannend, want Leo zijn pilotenbril was een matige replica. Zijn gedachten dwaalden af naar Ria. Ook dat had ze goed voorspeld. Leo zijn partner zou zo gek zijn als een deur. Nu is Ria vrij normaal. Ze werkt bij een bibliotheek, eet genoeg groente en heeft altijd een stormparaplu op zak. Maar deuren zijn ook vrij normaal, dacht Leo dan altijd. Hij bleef overtuigd van haar paranormale bekwaamheid.
Ze voorspelde ook een toekomst in een rijtjeshuis. Met een ingegraven trampoline. En zo’n deurmat die gastvrijheid inboezemt. In dat huis zou Leo oud worden. Leo begon te twijfelen aan die laatste voorspelling. De felle zon stelde hem niet gerust. En dan ook nog eens al die panisch knipperende cockpitlampjes erbij. Allemaal nieuw voor Leo. Lastig om je dan te concentreren op je taak. Leo trok de conclusie dat hij tóch was opgelicht.
Leo zijn Boeing 737 stortte op spectaculaire wijze neer op de Nieuw-Zeelandse kleigrond. “Jammer”, wist hij nog net uit te kramen. “Ik heb eindelijk nieuwe inspiratie voor mijn boek.”